Enkel het huurcontract voor de hoofdverblijfplaats kent een wettelijke looptijd. De andere woonhuurcontracten kunnen van bepaalde of onbepaalde duur zijn.
Looptijd van een woonhuurcontract: de bijzonderheden van de hoofdverblijfplaats
Het huurcontract voor de hoofdverblijfplaats is onderworpen aan een specifieke wet (huurwet) die de vier mogelijke looptijden vastlegt: huurcontract van korte duur, huurcontract van 9 jaar, huurcontract van meer dan 9 jaar, huurcontract voor het leven. Het huurcontract van onbepaalde duur behoort niet langer tot de mogelijkheden.
De looptijd van de andere woonhuurcontracten
Het kan gaan om de verhuring van het tweede verblijf, de verhuring van de vakantiewoning of de seizoensgebonden verhuring. Deze huurcontracten vallen niet binnen het toepassingsveld van de Huurwet en volgen enkel de bepalingen van de artikelen 1708 tot 1762 bis van het Burgerlijk Wetboek.
De verhuurder en de huurder hebben de keuze tussen een huurcontract voor bepaalde duur en een huurcontract voor onbepaalde duur.
Woonhuurcontract van welbepaalde duur
Het kan gaan om een huurcontract voor een vakantieweek of om een huurcontract dat werd ondertekend in het kader van de accommodatie tussen particulieren. De verhuurder moet wel waakzaam zijn wat betreft het daadwerkelijke vertrek van de huurder: als de huurder, na afloop van het huurcontract, nog ter plaatse blijft zonder dat de verhuurder zich hiertegen verzet, dan wordt het huurcontract verlengd tegen dezelfde voorwaarden, inclusief de looptijd. (artikel 1738 van het Burgerlijk Wetboek).
Woonhuurcontract van onbepaalde duur
Het kan bijvoorbeeld gaan om de verhuring van het tweede verblijf (landhuis of woning aan de kust). In dit geval wordt het voor onbepaalde duur afgesloten huurcontract beschouwd als afgesloten per maand (artikel 1736 van het Burgerlijk Wetboek). De verhuurder of de huurder die het huurcontract wenst op te zeggen moet een vooropzeggingstermijn van één maand naleven.
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.