Wettelijke bepalingen vullen het gemeen recht van het Burgerlijk Wetboek aan van zodra het om een huurcontract gaat voor de hoofdverblijfplaats om handelshuur of een pachtovereenkomst. De registratieformaliteiten van hun kant zijn van toepassing op alle types onroerende huurcontracten.
De gemeenschappelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.
De artikelen 1708 tot 1762 bis van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing voor alle huurcontracten. Ze zijn zowel van toepassing op de huur van een handelsruimte als van een staanplaats als op een seizoensgebonden huurcontract. Deze bepalingen zijn aanvullend. Verhuurder en huurder moeten weten dat:
- Het huurcontract expliciet kan afwijken van deze bepalingen;
- De specifieke (en soms andersluidende) wettelijke bepalingen primeren als het gaat om de hoofdverblijfplaatsen, handelsruimten of landbouwgoederen.
De wet inzake het huurcontract voor de hoofdverblijfplaats
Van zodra het goed bestemd is als de hoofdverblijfplaats van de huurder is de wet van 20 februari 1991 van toepassing en het huurcontract moet een aantal verplichte vermeldingen bevatten. Er bestaan subcategorieën van het huurcontract die binnen het toepassingsveld van de huurwet vallen:
De wet inzake de handelshuur
Het huurcontract valt onder de toepassing van de wet van 30 april 1951 als de lokalen door de huurder (of door een onderhuurder) hoofdzakelijk worden gebruikt voor de «uitbating van een kleinhandel of een ambachtelijke activiteit met direct contact met het publiek».
De wet inzake de pachtovereenkomsten
Het huurcontract valt onder de toepassing van de wet van 04 november 1969 als de lokalen door de huurder gebruikt worden voor zijn landbouwbedrijf («productie van landbouwproducten die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de verkoop»), met uitsluiting van de bosbouw.
De huurcontracten naar gemeen recht en het Burgerlijk Wetboek.
Voor de eigendommen die niet binnen deze drie secties vallen zoals het verhuren van een studentenkot, de seizoenverhuring, de verhuring van kantoren, de verhuring van staanplaatsen of de verhuring van gastenverblijven, zijn enkel de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Het staat de verhuurder en de huurder echter vrij om de contractuele toepassing van één of meerdere van voornoemde wetsbepalingen te kiezen.
De registratie: een formaliteit die altijd verplicht is.
De wet legt de registratie op van alle huurcontracten voor gebouwen of gedeelten van gebouwen gelegen in België, los van de inzake de huurcontracten toepasbare wetgeving.
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.