De wet omkadert niet de looptijd van een huurcontract voor een studentenkot, die zowel bepaald als onbepaald kan zijn. De huurwaarborg wordt vrij bepaald tussen de verhuurder en de huurder zowel naar de vorm als wat betreft het bedrag. En al is de brandverzekering niet verplicht, toch wordt deze ten sterkste aangeraden!
Het huurcontract voor een studentenkot valt niet binnen het toepassingsveld van de huurwet van 20 februari 1991 maar binnen dit van het gemeen recht op de verhuring, net zoals de tweede verblijfplaats of de seizoensgebonden verhuring.
De looptijd en de verbreking van het huurcontract voor een studentenkot
De wet bepaalt niet de wettelijke looptijd van een huurcontract voor een studentenkot of de standaardlooptijd van een studentenhuurcontract, zoals het huurcontract van 9 jaar (3, 6, 9) voor de huurcontracten voor de hoofdverblijfplaats.
De looptijd van een studentenhuurcontract bedraagt meestal 10 of 12 maanden, afhankelijk van het feit of de verhuurder en/of de student-huurder de studentenkamer buiten het schooljaar (juli - augustus) wil (ver)huren.
Dit gezegd zijnde kan het huurcontract voor een studentenkot:
- van onbepaalde duur zijn: de vooropzeggingstermijn om een einde te maken het huurcontract zal één maand bedragen.
- van bepaalde duur zijn.
- Het huurcontract kan niet voor afloop worden opgezegd tenzij het contract dit voorziet.
- Na afloop van het huurcontract, vervalt het huurcontract automatisch zonder dat het nodig is een kennisgeving van einde huurcontract naar de verhuurder of de huurder te sturen.
- Maar indien de huurder op het studentenkot blijft wonen zonder dat de verhuurder zich hiertegen verzet, wordt het huurcontract stilzwijgend verlengd voor dezelfde termijn en tegen dezelfde voorwaarden.
Welke huurwaarborg voor een studentenkot?
De wet voorziet geen enkele specifieke bepaling inzake de huurwaarborg voor studentenverhuur. De verhuurder en de huurder leggen contractueel de vorm en het bedrag van de huurwaarborg vast. Hierna volgen enkele raadgevingen.
- De huurwaarborg is geen verplichting maar wordt frequent toegepast.
- Deze bedraagt doorgaans twee maanden huur.
- Indien deze in de hand wordt betaald moet de huurder aan de verhuurder vragen om een gedateerde kwitantie te tekenen.
- De student-huurder kan, als de verhuurder hiermee akkoord gaat, de huurwaarborg aanleggen met tussenkomst van het OCMW van de gemeente die hij verlaat. Het OCMW kan zich immers borg stellen bij de verhuurder voor de verplichtingen van de huurder.
Is de brandverzekering verplicht bij het huren van een studentenkot?
De wet voorziet niet de verplichting om een woningverzekering te onderschrijven als men een studentenkot huurt.
De student die het kot huurt heeft er echter alle belang bij om een brandverzekering te onderschrijven: de huurder is immers verantwoordelijk voor de schade en het verlies in de loop van zijn huurcontract evenals voor brand, tenzij hij kan bewijzen dat dit niet door zijn toedoen is gebeurd (artikelen 1732 en 1733 van het Burgerlijk Wetboek).
Het huurcontract voor een studentenkot voorziet overigens vaak de verzekeringsplicht voor de huurder.
Er bestaan meerdere manieren om de woning van de student-huurder tegen het woonrisico te verzekeren:
- Rechtstreekse onderschrijving door de huurder van een woonverzekeringspolis;
- Onderschrijving door de ouders, bij wie de student is ingeschreven, van een woonverzekering inclusief een studentenkot voor hun kind;
- Onderschrijving door de verhuurder van een brandverzekering met afstand van verhaal tegenover de huurders. Het staat de verhuurder vrij om de meerkost op zijn huurders te verhalen in de huurlasten.
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.