Het huurcontract voor onderverhuring is onderworpen aan dezelfde wettelijke bepalingen als het huurcontract zelf. De looptijd ervan mag deze van het hoofdhuurcontract echter niet te boven gaan. Ingeval van aangetekende opzegging van het hoofdhuurcontract moet er ook een einde worden gesteld aan het contract voor onderverhuring.
Looptijd en beëindiging van een onderverhuringscontract voor een woning die de onderhuurder niet tot de hoofdwoning heeft bestemd
Het gaat om tijdelijke huisvesting of om onderverhuring van een woning die de onderhuurder niet tot zijn hoofdverblijfplaats bestemt (het huren van een kamer voor enkele dagen bijvoorbeeld).
De onderverhuring past in het wettelijke kader zoals bepaald door de artikelen 1708 tot 1762 bis van het Burgerlijk Wetboek dat voorziet dat:
- de vooropzegging van een contract voor (onder)verhuring afgesloten voor onbepaalde duur één maand bedraagt,
- als het schriftelijke huurcontract is afgesloten voor een welbepaalde duur en de (onder)huurder in de woning blijft zonder verzet door de verhuurder (in dit geval de hoofdhuurder), het (onder)huurcontract wordt verlengd volgens dezelfde voorwaarden met inbegrip van de looptijd.
Looptijd en beëindiging van de onderverhuring van een woning die de onderhuurder tot zijn hoofdverblijfplaats heeft bestemd
Looptijd van het contract voor onderverhuring
Het contract voor onderverhuring is identiek aan het huurcontract. Het blijft echter afhankelijk van het hoofdhuurcontract, meer bepaald voor de looptijd die de looptijd van het hoofdhuurcontract niet te boven mag gaan.
Beëindiging van het contract voor onderverhuring
Als het hoofdhuurcontract wordt beëindigd door de verhuurder, zal de huurder het einde van het contract voor onderverhuring op dezelfde datum moeten betekenen aan de onderhuurder.
Als het hoofdhuurcontract wordt beëindigd door de huurder, dan zal deze laatste
- het contract van onderverhuring moeten beëindigen,
- een vooropzeggingstermijn van 3 maanden moeten naleven,
- de onderhuurder een kopie moeten geven van de kennisgeving die hij naar de verhuurder heeft gestuurd,
- aan de onderhuurder een schadeloosstelling van 3 maanden huur moeten betalen.
Geen verlenging voor uitzonderlijke omstandigheden bij onderverhuring
In tegenstelling tot de huurder, beschikt de onderhuurder niet over de mogelijkheid van een verlenging voor uitzonderlijke omstandigheden, zoals het artikel 11 van de wet op de huurcontracten voorziet. Het contract voor onderverhuring is immers nooit inroepbaar tegenover de eigenaar aangezien de hoofdhuurder als enige verantwoordelijk is tegenover de verhuurder.
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.