Het contract voor onderverhuring is verplicht als de onderhuurder er zijn hoofdverblijfplaats neemt. In de andere gevallen is dit niet verplicht maar wel altijd in het belang van de hoofdhuurder.
Enkel het contract voor onderverhuring met bestemming tot hoofdverblijfplaats moet schriftelijk gebeuren.
Het contract voor onderverhuring is een volwaardig huurcontract. Hetzelfde onderscheid is hier dus van toepassing.Hetzelfde onderscheid moet dus worden gemaakt tussen de onderverhuring van de hoofdverblijfplaats en de andere vormen van onderverhuring (tweede verblijf, seizoensgebonden verhuring, het verhuren van een garage, enz.).
De contracten voor onderverhuring met bestemming tot hoofdverblijfplaats moeten schriftelijk gebeuren.
- De huurwet is van toepassing, slechts enkele regels vervolledigen het huurcontract voor onderverhuring.
- De contracten voor onderverhuring moeten worden opgemaakt en getekend in zoveel exemplaren als er partijen zijn.
De contracten voor onderverhuring niet bestemd tot hoofdverblijfplaats van de onderhuurder dienen niet noodzakelijk schriftelijk te gebeuren.
- Enkel de gemene bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing (artikelen 1708 tot 1762 bis).
- Het contract voor onderverhuring is niet verplicht, het kan ook mondeling.
- Het gaat, bijvoorbeeld, om de verhuur tussen particulieren van kamers voor één nacht of om het onderverhuren van kantoorruimte.
In beide gevallen is de hoofdhuurder tegenover zijn verhuurder aansprakelijk voor zijn onderhuurders, en voor de schade en verliezen die zich voordoen door hun toedoen.
De huurder heeft er dus alle belang bij om in elk geval een contract voor onderverhuring te tekenen zodat hij zich later gemakkelijker tot zijn onderhuurder kan wenden in geval van een geschil of schade.
De clausules die in het huurcontract voor onderverhuring voor de hoofdverblijfplaats moeten worden opgenomen
Het contract voor onderverhuring moet dan worden opgesteld als een huurcontract voor de hoofdverblijfplaats. Het artikel 4 van de huurwet omschrijft daarenboven de specificiteit van het contract van onderverhuring van de hoofdverblijfplaats (looptijd van het huurcontract, vooropzegging om het onderverhuringscontract te beëindigen, schadeloosstelling bij vervroegde beëindiging, enz.)
De wet stelt tenslotte dat de hoofdhuurder de onderhuurder op de hoogte moet brengen van zijn statuut en van de omvang van zijn rechten.
Er wordt dus ten sterkste aangeraden om:
- in het contract voor onderverhuring te verwijzen naar het hoofdhuurcontract: zo zal er geen twijfel meer bestaan over de hoedanigheid van de onderverhuring;
- de wettelijke bepalingen eigen aan de onderverhuring te vermelden: de wet zal in elk geval van toepassing zijn, maar de onderhuurder kan niet beweren dat hij niet de hoogte werd gebracht van zijn rechten.
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.