Het huurcontract is een contrac voorzien voor het verhuren van een woning. Het artikel 1711 van het burgerlijk wetboek omschrijft dit als « het verhuren van huizen en meubilair».
De huurcontracten hebben betrekking op de woningen in de brede zin van het woord.
Het kan onder andere gaan om:
- het huurcontract voor de gemeubileerde hoofdverblijfplaats,
- het huurcontract voor de niet-gemeubileerde hoofdverblijfplaats,
- het huurcontract voor het tweede verblijf,
- het huurcontract voor seizoensgebonden verhuring,
- het studenhuurcontract,
- het contract voor de verhuring van meubilair.
Het gemeen recht inzake verhuring (artikelen 1708 tot 1762bis van het Burgerlijk Wetboek) is van toepassing op alle huurcontracten.
De specifieke wettelijke bepalingen voor de woninghuurcontracten
De wet voorziet enkele verschillen als het om een woning gaat (in tegenstelling tot het verhuren van de garage, het verhuren van parking, het verhuren van kantoren, enz.).
Inzake de publiciteit en vastgoedadvertenties
- het artikel 1716 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat de vastgoedadvertentie het bedrag van de huur evenals het bedrag van de gemeenschappelijke lasten moet vermelden.
- Dit heeft betrekking op de vastgoedadvertenties die de verhuurder of het vastgoedkantoor publiceert maar ook op « elke openbare of officiële mededeling » bij het te huur stellen van een tot woning bestemd goed.
Inzake de registratieformaliteiten
Het wetboek op de registratierechten onderscheidt « de huurcontracten voor een woning die uitsluitend bestemd is als gezinswoning of als woning voor een alleenstaande. » In deze gevallen is de registratieformaliteit :
- een verplichting die de verhuurder alleen draagt,
- een formaliteit die moet worden vervuld binnen de twee maanden vanaf de ondertekening van het huurcontract,
- gratis.
De specifieke wetten voor bepaalde woonhuurcontracten
De bepalingen van deze wetten primeren over het algemeen op de bepalingen van gemeen recht. Het gaat meer bepaald om:
- het huurcontract voor de gemeubileerde hoofdverblijfplaats geregeld door de wet van 20 februari 1991,
- het huurcontract voor de niet- gemeubileerde hoofdverblijfplaats geregeld door de wet van 20 februari 1991,
- het studenhuurcontract (zie : welke zijn de rechten en plichten inzake verhuring aan studenten ?)
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.