Een huurcontract of een medehuurcontract voor een studentenkot is niet onderworpen aan de huurwet (wet voor de hoofdverblijfplaatsen). Er bestaat geen juridisch statuut voor het studentenhuurcontract, dat dus hoofdzakelijk onder de algemene bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake verhuring valt.
Net zoals voor een huurcontract voor een tweede verblijf, zijn de artikelen 1708 tot 1762 bis van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. De wet voorziet desondanks enkele bijzonderheden en specifieke verplichtingen.
Het huurcontract voor een studentenverblijf moet schriftelijk zijn.
Het artikel 1714 bis van het Burgerlijk Wetboek verplicht de partijen om een schriftelijk contract te tekenen als een kamer is voorzien als studentenverblijf. Het huurcontract moet daarenboven de volgende informatie bevatten:
- de identiteit van de partijen,
- de datum van aanvang van het huurcontract,
- de beschrijving van de lokalen,
- het bedrag van de huur.
Het kan gaan om een huurcontract voor een gemeubileerd studentenverblijf of om een huurcontract voor een niet-gemeubileerd studentenverblijf.
Het studentenhuurcontract moet vermelden dat het niet om de hoofdverblijfplaats gaat.
De student behoudt over het algemeen zijn hoofdverblijfplaats bij zijn ouders of bij zijn voogd. Om te vermijden dat het huurcontract gekwalificeerd wordt als een huurcontract voor een hoofdverblijfplaats, zijn de partijen VERPLICHT om het volgende op te nemen in het studentenhuurcontract:
- dat het huurcontract bestemd is voor een studentenkamer. Deze informatie is essentieel om te verantwoorden dat de hoofdverblijfplaats daar niet kan worden genomen;
- het adres van de hoofdverblijfplaats van de student.
Er bestaan geen andere specifieke wettelijke bepalingen voor de studenthuurcontracten.
De huurder moet niet het bewijs brengen van zijn statuut als student. De eenvoudige verklaring van de plaatsbestemming in het huurcontract volstaat om het als huurcontract voor een studentenverblijf te kwalificeren.
Een wetsvoorstel van 26 juli 2011 dat het juridische statuut van het studentenhuurcontract omschrijft lijkt tot niets te hebben geleid. Dit voorzag meer bepaald een huurwaarborg beperkt tot één maand huur, de mogelijkheid om het huurcontract tijdens de vakanties op te schorten en de mogelijkheid om de beëindiging vlotter te laten verlopen voor de partijen.
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.