Zoals voor de gewone verhuring wordt de onderschrijving van een brandverzekering door de onderhuurder ten sterkste aangeraden, ook al is dit geen wettelijke verplichting.
De woonverzekering of brandverzekering is geen wettelijke verplichting. In de praktijk is gebleken dat deze verzekeringspolis echter onontbeerlijk is om het huurrisico te dekken. Om dit op te leggen aan de onderhuurder, moet de huurder dit opnemen in het contract van onderverhuring.
De aansprakelijkheid van de huurder in geval van brand
In geval van brand wordt de huurder automatisch als de verantwoordelijke beschouwd. Hij zal het tegendeel moeten bewijzen (artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek). Aangezien dergelijk bewijs moeilijk te leveren is, zal de huurder een beroep moeten doen op de basisdekking van zijn woonverzekering die de huuraansprakelijkheid in geval van brand dekt maar ook waterschade, natuurrampen, enz.
De huurder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door zijn onderhuurder
Het artikel 1735 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat de huurder tegenover de verhuurder aansprakelijk is voor de schade die werd veroorzaakt door zijn onderhuurders. De verhuurder of zijn verzekeraar kunnen zich dus tot de hoofdhuurder wenden in geval van een schadegeval veroorzaakt door zijn onderhuurder.
De vervolgingen in geval van een geschil tussen de verhuurder, de hoofdhuurder en de onderhuurder
Als er zich een schadegeval voordoet waarbij er een onderhuurder is betrokken, dan kan de vervolging er als volgt uitzien:
- de verhuurder of zijn verzekeraar wenden zich tot de hoofdhuurder die zijn verzekering aanspreekt;
- de hoofdhuurder of zijn verzekeraar wendt zich op zijn beurt tot de hoofdonderhuurder die ook een beroep doet op zijn verzekering.
In werkelijkheid lijkt een arrest van het Hof van Cassatie daarentegen te hebben bevestigd dat de verhuurder of zijn verzekeraar zich rechtstreeks kunnen wenden tot de onderhuurder ….
Wat er ook van zij, het is in alle gevallen van essentieel belang dat de onderhuurder een woonverzekering heeft onderschreven om zijn huurrisico te dekken tegenover de verhuurder en de hoofdhuurder.
De huurder zal zijn verzekeringscontract niet wijzigen tijdens de looptijd van de onderverhuring
De huurder moet de woonverzekering aanhouden.
- In geval van onderverhuring van zijn hoofdverblijfplaats kan de huurder niet alles onderverhuren en moet hij er zijn hoofdverblijfplaats houden.
- De hoofdhuurder blijft tegenover de verhuurder volledig aansprakelijk en behoudt alle verplichtingen.
- Er kunnen verschillen zijn tussen de dekking van zijn contract en dat van de onderhuurder.
- In geval van een schadegeval zal hij de respectieve verzekeringsmaatschappijen het schadegeval laten afhandelen en laten instaan voor de rechtsmiddelen.
Aan de andere kant kan hij een waarborg verhaal tegen de onderhuurder onderschrijven om zijn verplichtingen van «verhuurder» tegenover de onderhuurder te dekken.
De brandverzekering van de onderhuurder
Het woonverzekeringscontract van de onderhuurder:
- moet de schade dekken die aan de woning werd veroorzaakt door brand, waterschade of een natuurramp;
- moet het verhaal tegenover de buren en derden dekken als de schade werd toegebracht buiten de woning van de onderhuurder;
- zal in voorkomend geval een optie bevatten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van de onderhuurder;
- kan ook een dekking tegen diefstal en vandalisme bevatten.
Zie ook :
Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!
LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.